Hond

Medisch gerelateerde en andere nuttige informatie

  • Sterilisatie teef
  • Gebitsverzorging
  • Overgewicht
  • Parasieten
  • Vaccinaties
  • VacciCheck titerbepaling
  • Aanschaf
  • Vuurwerkangst
  • Hond en kind
  • Afscheid
  • Vakantie

Sterilisatie teef

Sterilisatie teef

Wanneer u zeker weet dat u geen nestje pups wilt, adviseren wij u uw hond te laten steriliseren.

Wat is steriliseren?

Steriliseren houdt in dat de eierstokken van uw hond operatief worden verwijderd. Zonder eierstokken kan de hond zich niet voortplanten.

Voordelen van steriliseren:

  • De teef wordt niet meer loops en kan geen nakomelingen meer krijgen
  • De kans op het krijgen van een baarmoederontsteking wordt vrijwel nihil
  • Verminderd risico op het ontwikkelen van suikerziekte
  • Wanneer de sterilisatie voor de eerste of de tweede loopsheid wordt uitgevoerd, is wetenschappelijk aangetoond dat er aanzienlijk minder risico bestaat op de ontwikkeling van melkkliertumoren

Nadelen van steriliseren:

  • De stofwisseling daalt, hierdoor bestaat er een grotere kans op het ontstaan van overgewicht. Echter, wanneer u onze adviezen omtrent aanpassing van het voer opvolgt dan hoeft dit geen probleem te zijn
  • Gedragsveranderingen: een erg felle teef zou nog feller kunnen worden
  • Vachtveranderingen: met name bij langharige hondenrassen als de Cocker Spaniël, Afghaanse Windhond en Newfoundlander moet hiermee rekening worden gehouden
  • Vooral bij de grotere hondenrassen bestaat er een kleine kans op het ontwikkelen van urine-incontinentie, soms pas op latere leeftijd. Om dit risico te minimaliseren wordt bij deze rassen geadviseerd om pas te steriliseren na de eerste loopsheid, maar vóór de tweede loopsheid. Mocht het zo zijn dat uw hond dit onverhoopt toch overkomt dan zijn er overigens goede middelen voorhanden om dit probleem te behandelen. Wat ons betreft is het dan ook niet zo dat dit nadeel opweegt tegen de bovengenoemde voordelen

Een sterilisatie kan uitgevoerd worden vanaf dat de hond zes maanden oud is. Wanneer de hond loops is geweest dan adviseren wij u een wachttijd aan te houden van twee tot drie maanden na de loopsheid voordat u de ingreep laat uitvoeren.

Bovenstaand is in het kort voor u uiteengezet in welke gevallen en waarom wij een sterilisatie van een teef adviseren. Voor een nadere toelichting of overleg kunt u uiteraard altijd contact met ons opnemen.

Gebitsverzorging

Gebitsverzorging

Tegenwoordig wordt er vaak gezegd dat het belangrijk is om als eigenaar het gebit van uw hond te verzorgen. Wij van de ‘Dierenbus’ zijn het hier ook zeer zeker mee eens. Echter, alleen aan u meedelen dat gebitsverzorging belangrijk is, is in onze ogen niet voldoende. Daarom willen wij u daar graag meer advies en informatie over geven door middel van onderstaande informatie. Hier leggen wij uit waarom gebitsverzorging zo belangrijk is en wat de mogelijkheden zijn om aan gebitsverzorging te doen.

Waarom is gebitsverzorging zo belangrijk?

Het gebit van de hond bestaat, net als dat bij mensen, uit snijtanden, hoektanden en kiezen. Op het gebit van uw huisdier kan tandplak ontstaan. Tandplak bestaat uit voedselresten, levende en dode bacteriën en speeksel. Indien er niet aan gebitsverzorging wordt gedaan, wordt tandplak onvoldoende van de elementen verwijderd. Tandplak kan in combinatie met mineralen uit het speeksel en bacteriën uit de mondholte, verharden tot tandsteen. Tandsteen is een harde bruine laag op tanden en kiezen en kan alleen professioneel door een dierenarts of paraveterinair verwijderd worden.

Wanneer tandsteen niet wordt verwijderd, drukt dit tegen het tandvlees aan.
Het tandvlees wordt hierdoor weggedrukt en de tand- en kieswortels kunnen bloot komen te liggen. Bacteriën en voedsel-resten kunnen zich nu hechten aan de wortels en daar voor een ontsteking zorgen, dit merk je als eigenaar vaak aan het ‘stinken uit de bek’. Deze ontsteking kan ervoor zorgen dat de elementen los gaan zitten.

Dit kan zeer pijnlijk zijn. Daarnaast kunnen de bacteriën uit de mondholte nu in de bloedbaan komen en voor een ontsteking op de hartkleppen, in de nieren of in de lever zorgen. Het niet verzorgen van de mondholte kan dus negatieve invloed hebben op de algehele gezondheidstoestand van uw dier!

Wat zijn de mogelijkheden om thuis aan gebitsverzorging te doen?

Tandenpoetsen

De meest optimale vorm van gebitsverzorging is tandenpoetsen. Laat uw huisdier, indien mogelijk, hier al op jonge leeftijd aan wennen. Het blijvende gebit is compleet vanaf een leeftijd van 7 maanden. Tot die tijd kunt u rustig met uw pup oefenen om er een dagelijks ritueel van te maken. Verder hebben wij nog een aantal tips om het tandenpoetsen zowel voor u als voor uw dier aangenaam te maken.

  • Doe de gebitsverzorging op een vertrouwde plaats, zodat uw dier zich op zijn gemak voelt.
  • Blijf geduldig tijdens de training en beloon uw dier achteraf, bijvoorbeeld met spelen, wandelen of knuffelen. Maak er samen een vaste dagelijkse gewoonte van zoals wandelen of spelen ook een gewoonte is. Dit vergemakkelijkt de acceptatie. Is uw dier eenmaal gewend aan het poetsen, dan kunt u naar behoefte de frequentie verlagen.
  • Laat uw dier, voordat u gaat tandenpoetsen, stap voor stap wennen:
  • Masseer met uw vingers aan de buitenzijde van de wangen ter hoogte van de achterste kiezen. Op deze manier laat u uw dier wennen dat u aan zijn hoofd zit. Daarnaast masseert u zo de speekselklieren, waardoor de doorbloeding en de activiteit toenemen. Door uw massage wordt de tandplak ook losgewreven van de elementen. De meeste honden vinden het heerlijk als ze op deze manier geaaid worden. Het is dan ook een goede eerste stap, omdat uw dier zo gelijk beloond wordt.
  • Vervolgens kunt u met uw vingers de binnenzijde van de wangen masseren. Indien dit goed gaat kunt u ook een vochtig verbandgaasje gebruiken. Deze mag u vochtig maken met vleesbouillon of tandpasta speciaal voor dieren (hier zit een smaakje aan, bijvoorbeeld kip). Doordat het lekker smaakt, is het voor de dieren prettiger om toe te staan dat u uw vinger in de mond steekt. De gaasjes verwijderen tandplak van de elementen. U hoeft de mond nog niet te openen. Vergeet niet bij deze stap te belonen.
  • Indien uw hond gewend is aan de poetsbewegingen bij gesloten mond, kunt u proberen om de mond voorzichtig te openen. U kunt nu de binnenkant behandelen, doe dit alleen op de plaatsen waar het nodig is. De meeste dieren vinden het niet prettig om de mond te openen. Beloon uw hond weer achteraf.
  • Als uw dier de drie bovenstaande stappen goed toelaat, kunt u dezelfde stappen proberen met de tandenborstel. Gebruik hierbij speciale tandpasta voor dieren. Deze is smakelijk en kan zonder problemen worden doorgeslikt. Humane tandpasta is schadelijk voor de maag aangezien het schuurmiddel bevat en niet door het dier uitgespuugd kan worden.

Om met tandenpoetsen het gewenste resultaat te behalen, hebben wij ook nog een aantal aanwijzingen:

  • Doe de tandpasta diep tussen de haren van de tandenborstel. Houd de tandenborstel in een hoek van 45° tegen het tandoppervlak, zodat de borstelharen op de rand van het tandvlees en element komen.
  • Maak draaiende bewegingen met zachte druk. Op deze manier poetst u de elementen, de rand van het tandvlees en de ruimte tussen de tanden.
  • Begin bij de achterste kiezen en ga geleidelijk aan naar de voorkant.
  • Besteed extra aandacht aan de plaatsen waar snel tandsteen gevormd wordt, namelijk de buitenkant van de achterste kiezen en hoektanden en de binnenkant van de snijtanden in de onderkaak.
  • Indien er sprake is van geringe aantasting van het tandvlees en gebit, adviseren wij minimaal twee keer per week te poetsen. Bij tandsteen en ontsteking aan het tandvlees, adviseren wij een dagelijkse poetsbeurt. Indien er geen verbetering optreedt, is het verstandig het gebit professioneel te laten bekijken en eventueel te laten reinigen bij ons op de praktijk.
  • Voeg de gebitsverzorging toe aan het dagelijkse verzorgingspatroon van uw hond. Op deze manier is er de minste kans dat het vergeten wordt en wordt het voor uw dier routine.

Voeding

Goede voeding is voor de gezondheid van elk dier belangrijk, maar ook voor het gebit. Zacht voer (blikvoeding) kan gebitsproblemen in de hand werken. Er hoeft namelijk nauwelijks op gekauwd te worden en het plakt vast aan de kiezen. Op deze manier is het dus zelfs een veroorzaker van tandplak. Het is beter uw hond alleen droogvoer te geven. Hier moet op gekauwd worden en daardoor schraapt het de tandplak van de elementen. Er zijn brokjes die door één keer kauwen al uit elkaar vallen en die dragen dus niet echt bij aan het verwijderen van tandplak. Daarom zijn er verschillende voerfabrikanten die een speciale brok ontwikkeld hebben, die niet gelijk uit elkaar valt. Er moet dus op gekauwd worden. Een voorbeeld hiervan is Dental van Royal Canin. Tevens bevat deze voeding speciale ingrediënten die voorkomen dat tandplak omgezet kan worden in tandsteen. Indien uw hond regelmatig gebitsproblemen heeft, is het aan te raden alleen droogvoer te geven en met name één die erop gericht is gebitsproblemen te voorkomen.

Oral bars/kauwstrips

U kunt er ook voor kiezen uw hond te trakteren op een oral bar of kauwstrip. Door te kauwen, wordt het tandplak van de elementen verwijderd. Let u er wel op dat u geen kauwstaaf geeft die versplintert, zodat het schade aan het maag-darmkanaal geeft.

Mondwater

Tot slot is er ook nog een mondwater speciaal voor dieren op de markt. Op 100 ml drinkwater hoeft u slechts 1 ml toe te voegen. Dit mondwater kan gewoon doorgeslikt worden. Het verwijdert tandplak van de elementen, heeft een ontsmettende werking en zorgt voor frisse adem. Tevens helpt het tandplak en dus ook tandsteen in de toekomst te voorkomen.

Overgewicht

Overgewicht? Gratis begeleiding bij het afvallen van uw hond!

Is overgewicht een probleem?

Liever te dik dan te dun is een veelgehoorde uitspraak.

Het is voor de meeste mensen vaak wel duidelijk dat een te mager dier niet gezond is. Een dier met (licht) overgewicht wordt echter nogal eens gezien als ‘goed verzorgd’ of ‘lekker verwend’. Het lijkt minder ernstig dan een vermagerd dier, maar is dit overgewicht wel zo gezond? Zeker niet.

Overgewicht kan allerlei nare aandoeningen veroorzaken, waaronder bijvoorbeeld gewrichtsproblemen, hart en vaatziekten, vermoeidheid en suikerziekte. Door deze aandoeningen wordt de levensverwachting van uw hond niet alleen verkort, maar is ook de kwaliteit van leven niet optimaal.

Wat doen wij?

Het kan soms erg moeilijk zijn om een dier te laten afvallen. Met name bij extreem overgewicht valt dit niet mee. Door het extra gewicht is een hond vaak minder actief, waardoor hij/zij steeds minder energie verbruikt. Ook het eten van de allerkleinste porties voer kan dan vaak toch niet voorkomen dat het dier aankomt of in ieder geval niet afvalt.

Wanneer u met ons contact opneemt voor afvalbegeleiding, zullen wij eerst een intakegesprek met u en uw dier plannen. Wij kunnen tijdens deze afspraak de nodige vragen van uw kant beantwoorden. Ook zullen wij dan doornemen wat het voedings- en bewegingspatroon van uw hond is.

Hij/zij zal worden gewogen en krijgt een conditiescore. Aan de hand hiervan kan het streefgewicht worden bepaald en rekenen wij voor u uit hoeveel voeding uw dier per dag mag hebben. Iedere twee weken maken wij dan een controle afspraak met u. Op deze manier kunnen wij goed in de gaten houden of het afvallen niet te snel of te langzaam gaat en kunnen wij onze adviezen, indien nodig, bijtijds aanpassen.

In sommige gevallen wordt het overgewicht veroorzaakt door een medische aandoening. Wanneer dit vermoeden ontstaat tijdens het afvalprogramma, zullen wij dit met u bespreken. Ook daarmee kunnen wij u verder helpen.

Voor wie?

Het afvalprogramma is bedoeld voor alle honden met overgewicht. Begeleiding of advies is ook mogelijk wanneer uw hond slechts licht overgewicht heeft. Juist dan is het goed om het probleem direct aan te pakken, zodat u kunt voorkomen dat uw dier uiteindelijk doorgroeit naar extreem overgewicht.

Misschien voelt u zich schuldig wanneer u een hond heeft met (extreem) overgewicht. Schroom dan niet om toch langs te komen. Het is meer dan positief dat u zich bewust bent van het probleem en hoe eerder u begint hoe beter. Het is nooit te laat om het te proberen!

Wat kost het?

De begeleiding is gratis. Wel werken wij met een speciaal dieetvoer dat bij ons verkrijgbaar is. Vaak valt het prijsverschil met uw huidige voeding erg mee wanneer het wordt omgerekend naar het aantal grammen dat u mag voeren. U kunt altijd vrijblijvend informeren naar de prijzen.

Wat krijgt u ervoor terug?

U zult merken dat uw hond gezonder, actiever en vrolijker wordt. Het is verbazingwekkend om keer op keer te zien hoe enorm zij opknappen van soms slechts een paar ons gewichtsverlies. Van lusteloze, soms zelfs depressieve dieren, veranderen zij in vrolijke, open karakters. Dus naast het feit dat de levensverwachting toeneemt, zal ook de kwaliteit van leven zichtbaar verbeteren!

Voor vragen of adviezen omtrent afvallen, kunt u altijd contact met ons opnemen. Mocht u twijfelen of uw hond goed op gewicht is, kunt u altijd een (gratis) afspraak maken voor advies. Wij helpen u graag!

Parasieten

Parasieten

Elk diersoort kan (gastheer specifieke) parasieten bij zich dragen. Deze kunnen zowel in (endoparasiet) als op (ectoparasiet) het dier aanwezig zijn.

Wormen

Wormen zijn endoparasieten. Ze bevinden zich immers in het lichaam. Vandaar dat je ze als eigenaar vaak ook niet ziet. Voor de hond zullen wij de verschillende wormen bespreken. Tevens wordt het belang van ontwormen vermeld.

Soorten wormen

Lintwormen (cestoden)

Lintwormen komen voor bij de hond. Uw hond wordt besmet met lintwormen door opname van een tussengastheer. Tussengastheren kunnen knaagdieren, besmet vlees en met name vlooien (en luizen) zijn. Vandaar dan ook dat een goede ontvlooiing aan de basis staat van een goede ontworming. Een lintworm bestaat uit segmenten (proglottiden) en kan wel 10 meter lang worden. Een lintwormbesmetting ziet u in principe niet, maar als uw hond een ernstige besmetting heeft, kunt u deze lintwormsegmenten vinden. Deze zien eruit als  ‘rijstkorrels’ en kunnen in de ontlasting of in het braaksel zitten. Bij jonge en verzwakte dieren kunnen lintwormen voor ontstekingen in de darmen en diarree zorgen.

Een belangrijke lintworm is de vossenlintworm. Deze lintworm wordt verspreid door de vos en komt voornamelijk voor in Centraal Europa, maar recentelijk ook in Nederland.

Rondwormen (nematoden)

Spoelworm

Bij de hond komt van de rondwormen de spoelworm het meest voor. Volwassen dieren worden hiermee besmet door opname van eitjes uit de omgeving of door opname van een tussengastheer. Puppy’s worden vrijwel altijd geboren met een spoelwormbesmetting. Daarnaast kunnen puppy’s ook besmet worden via de moedermelk. Vandaar dan ook dat het zo belangrijk is uw puppy eens in de twee weken te ontwormen, tot een leeftijd van 12 weken. Vervolgens moet u met 4, 5 en 6 maanden leeftijd ontwormen. Daarna geeft u eens in de drie maanden een  ontwormingsmiddel, dit is het advies voor volwassen dieren. Een spoelwormbesmetting zie je als eigenaar niet. De levenscyclus van deze worm speelt zich namelijk af in het lichaam van uw huisdier. Met name jonge dieren kunnen de volgende symptomen laten zien bij een besmetting: verminderde eetlust, opgeblazen buik, braken, diarree, doffe vacht en hoesten. De volwassen spoelworm kan met het braaksel of de ontlasting mee naar buiten komen.

Haakworm

Haakwormbesmettingen worden veelal gezien bij honden die in Zuid-Europa zijn geweest. Haakwormen kunnen 3-4 cm lang worden en zijn zeer dun. Hierdoor zijn ze bijna onzichtbaar voor het menselijke oog. De larven van de haakworm dringen via de huid of de slijmvliezen uw dier binnen. Haakwormen hebben een ‘bek met kleine tandjes’. Hiermee bijt hij zich vast in het slijmvlies van de dunne darm. Hij zuigt op deze manier bloed op en veroorzaakt zo bloedende wondjes. In ernstige gevallen kan dit leiden tot (bloederige) diarree en bloedarmoede bij uw huisdier. Voor puppy’s kan deze worm zelfs dodelijk zijn. Puppy’s kunnen besmet worden via de moedermelk.

Zweepworm

Besmetting met de zweepworm vindt plaats door opname van eitjes uit de omgeving. Deze eitjes komen met de ontlasting mee naar buiten. Zweepwormen kunnen een ontsteking aan de dikke darm veroorzaken. De symptomen hierbij kunnen zijn: uitdroging, diarree, verminderde eetlust, bloedarmoede, lusteloosheid en kan bloederige ontlasting tot gevolg hebben.

Hartworm

Hartworm komt met name voor in warme gebieden, zoals Zuid-Europa. De grens ligt nu echter al rond Parijs. In Amerika is de hartworm ook aanwezig. Wanneer u uw hond meeneemt naar risicogebieden is het van belang dat u ontwormt met een ontwormingsmiddel dat ook tegen hartworm werkt. Het middel dat wij hiervoor adviseren is Milbemax®. Afhankelijk van de periode die u in het buitenland verblijft, moet u op locatie en bij thuiskomst ook ontwormen. Het is van belang ‘preventief’ te ontwormen zodat de hartworm zich dan niet kan ontwikkelen tot worm. Als de larven eenmaal tot wormen zijn ontwikkeld, is de behandeling zeer riskant aangezien ze in de bloedvaten zitten die dichtbij de longen en het hart liggen. Ze veroorzaken chronische long- en hartziekten waaraan uw dier kan overlijden. Hartworm wordt overgebracht door vlooien en/of muggen, die bij het bijten van de hond, besmettelijke larven in de huid inbrengen. De incubatietijd kan maanden tot zelfs jaren na de infectie zijn. De symptomen van een hartworminfectie kunnen zijn: verminderd uithoudingsvermogen, gewichtsverlies, hoesten, longoedeem en hartproblemen.

Waarom moet u ontwormen?

Uiteraard is ontwormen van belang voor de gezondheid van uw hond. Voor de mens is het echter ook belangrijk. Hieronder vindt u een aantal risico’s, waar wij mensen mee te maken kunnen krijgen.

De mens kan tussengastheer zijn van de vossenlintworm (Echinococcus). Onvolgroeide stadia hiervan kunnen schade aanrichten in het lichaam van de mens. De lintworm veroorzaakt blazen in het lichaam, bijvoorbeeld in de darmen. Daarnaast tast het ook de lever aan. De dieren zijn vaak niet ziek, maar de mens kan door een ernstige leveraantasting overlijden.

Dit laatste geldt ook voor de spoelworm. Kinderen kunnen besmet worden met spoelwormen door opname van eitjes in bijvoorbeeld een zandbak. Daarnaast knuffelen kinderen altijd graag met huisdieren en laten een hond dan ook geregeld over hun snoet likken. De larven van spoelwormen kunnen zich, na opname, door het hele lichaam verspreiden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld astmatische bronchitis bij kinderen veroorzaken en na het bereiken van de ogen, verstoringen van het gezichtsvermogen tot gevolg hebben.

Larven van de haakworm kunnen de menselijke huid binnendringen. Kinderen kunnen besmet raken als ze op blote voeten op besmette grond lopen of besmette grond in hun mond stoppen. De haakwormen kunnen huidontstekingen veroorzaken op de plek waar ze de huid binnendringen. Eenmaal in de huid, kunnen ze gaan migreren door het lichaam. Dit is te zien aan een rood/blauwe streep onder de huid.

Bovenstaande klinkt allemaal erg eng en lijkt misschien wat overdreven, maar er bestaat wel degelijk een risico, met name voor kleine kinderen. Het is dus ook voor de volksgezondheid van belang om uw dier regelmatig te ontwormen. Goede ontworming beperkt het infectiegevaar naar uzelf en uw kinderen.

Het advies is vier keer per jaar te ontwormen met een goed ontwormingsmiddel. Als u een middel koopt, kijk dan tegen welke wormen het werkt. Ook is het aan te raden een goed ontvlooiingsmiddel te gebruiken. Zoals u hierboven immers heeft kunnen lezen, zijn vlooien tussengastheer van de lintworm.

Vlooien

Vlooien zijn kleine parasieten die zich in de vacht van uw huisdier bevinden. Ze voeden zich met bloed en kunnen jeuk bij uw dier, maar ook bij u veroorzaken. Herhaaldelijke besmettingen met vlooien vormen een verhoogd risico op het ontwikkelen van een vlooienallergie. Het is dan ook belangrijk de vacht regelmatig te inspecteren op vlooien en vlooienfaeces. In het stukje over de lintworm werd al vermeld dat vlooien tussengastheer zijn van de lintworm. Als uw dier dus jeuk heeft en per ongeluk een vlo opeet door in de vacht te bijten, is de kans zeer groot dat er op deze manier een lintwormbesmetting verkregen wordt. Het gebruik van een ontvlooiingsmiddel is dan ook zeer belangrijk. Het advies is eens in de 4 tot 6 weken een pipet tussen de schouderbladen te geven. Let hierbij op dat u een betrouwbaar middel gebruikt en dat het middel op de huid wordt aangebracht en niet op de haren. Indien de hoeveelheid vloeistof in het pipet te veel is voor één plek, kunt u dit toedienen op meerdere plaatsen op de huid, het liefste onder elkaar.

Giardia

Giardia is een eencellige parasiet en veroorzaakt dunne, stinkende diarree met eventuele bijmenging van slijm of bloed. Het is zeer besmettelijk, ook voor ons mensen! De cysten van de giardia komen met de ontlasting mee naar buiten en kunnen door u of uw huisdieren worden opgenomen. Een gezond dier vertoont vaak nog geen symptomen, maar scheidt deze cysten wel uit. Als u een dier heeft met een giardiabesmetting is het dus belangrijk dat u al uw dieren behandelt tegen de infectie. Doet u dit niet dan kunnen uw gezond ogende dieren de rest van uw beestenboel weer opnieuw besmetten. Jonge dieren en dieren met een verminderde weerstand vertonen wel bovenstaande symptomen. Door middel van een snaptest kunnen wij gemakkelijk controleren of uw huisdier giardia heeft. U moet hiervoor verse ontlasting naar de praktijk brengen.

Teken

De teek is een spinachtige parasiet, het heeft acht poten. Gedurende het hele jaar kunnen ze   voorkomen. Teken leven in de bossen maar komen ook voor in hoog gras. Als uw hond langs een struik loopt of door dit hoge gras, laten de teken zich op uw dier vallen en nestelen zich in de huid. Ze vallen dus niet uit bomen, zoals vaak wordt gedacht. Teken voeden zich met het bloed van hun gastheer. Als de teek zich volzuigt met bloed kan het enorm in omvang toenemen. De tekenbeet zorgt meestal niet voor problemen. Het zijn de ziektes die ze overbrengen, waar we alert op moeten zijn. Deze ziektes zijn: ziekte van Lyme (Lyme disease), Babesiose en Ehrlichiose. Welke ziektes overgebracht kunnen worden, is afhankelijk van de soort teek en het leefgebied.

Ziekte van Lyme

De bruine schapenteek (Nederlandse teek) kan de verwekker (bacterie) van de ziekte van Lyme overbrengen. Naar schatting draagt 10% van de teken deze bacterie (Borrelia) bij zich. Deze bacterie bevindt zich in de darmen van de teek. Wanneer de teek zich vasthecht aan de huid en bloed gaat zuigen, kan deze bacterie zich vermenigvuldigen en in uw dier terechtkomen. Mensen kunnen de ziekte van Lyme ook krijgen, bij hen komt het zelfs nog meer voor dan bij honden.

Incubatieperiode

Maanden tot jaren.

Symptomen

  • Sloomheid
  • Koorts
  • Rode uitbreidende plek rond de teek (vaak moeilijk te zien)
  • Gewrichtsklachten (plotselinge kreupelheid)
  • Gezwollen lymfeklieren
  • Aantasting van de nieren
  • Gedragsveranderingen (bijv. agressiviteit, epileptische aanvallen).

Het kan lang duren voordat uw dier symptomen vertoont, dit is echter niet minder gevaarlijk.

Diagnose

Bloedonderzoek kan de infectie aantonen. Eventueel moet dit onderzoek herhaald worden.

Behandeling

Is met antibiotica mogelijk.

Preventie

Prac-tic gebruiken tegen vlooien en teken en in het buitenland de Scalibor tekenband om doen.

Babesiose

Babesiose (tekenkoorts) wordt veroorzaakt door de protozo (eencellig parasiet) Babesia. Deze protozo leeft in rode bloedcellen en wordt overgedragen door besmette teken. Een teek raakt besmet door bloed te zuigen bij een geïnfecteerde hond. De Babesia-parasiet wordt overgebracht door het speeksel van de teek en dringt zich in de rode bloedcellen en vermeerdert daar tot de rode bloedcel kapot gaat. Voorheen kwamen de tekensoorten die hiervoor verantwoordelijk zijn niet voor in Nederland, op dit moment echter wel. Mensen kunnen ook besmet worden met Babesiose.

Incubatieperiode

8 tot 20 dagen.

Symptomen

  • Sloomheid
  • Koorts
  • Verminderde eetlust
  • Bloedarmoede (bleke slijmvliezen)
  • Verminderd uithoudingsvermogen.

Minder vaak voorkomende symptomen zijn:

  • Gezwollen lymfeklieren
  • Bloed in de urine
  • Neusbloedingen
  • Pijnlijke spieren en gewrichten
  • Oogontstekingen
  • Ademhalingsproblemen
  • Hartproblemen.

Ehrlichiose vertoont vaak overeenkomsten met Babesiose en/of Leishmaniose en kan ook tegelijk met deze ziekten voorkomen.

Diagnose

Kan gesteld worden via bloeduitstrijkjes en bloedonderzoek.

Behandeling

Is met antibiotica mogelijk.

Preventie

Prac-tic gebruiken tegen vlooien en teken en in het buitenland de Scalibor tekenband om doen.

Ehrlichiose

Ehrlichiose wordt veroorzaakt door een parasiet (Ehrlichia) dat in bepaalde typen witte bloedcellen leeft. Op deze manier wordt het immuunsysteem van de hond aangetast. Deze parasiet wordt door twee tekensoorten overgedragen en kan ook in Nederland voorkomen.

Incubatieperiode

8 tot 20 dagen.

Symptomen

  • Sloomheid
  • Koorts
  • Verminderde eetlust
  • Bloedarmoede (bleke slijmvliezen)
  • Verminderd uithoudingsvermogen.

Minder vaak voorkomende symptomen zijn:

  • Gezwollen lymfeklieren
  • Bloed in de urine
  • Neusbloedingen
  • Pijnlijke spieren en gewrichten
  • Oogontstekingen
  • Ademhalingsproblemen
  • Hartproblemen

Ehrlichiose vertoont vaak overeenkomsten met Babesiose en/of Leishmaniose en kan ook tegelijk met deze ziekten voorkomen.

Diagnose

Kan gesteld worden via bloeduitstrijkjes en bloedonderzoek.

Behandeling

Is met antibiotica mogelijk.

Preventie

Prac-tic gebruiken tegen vlooien en teken en in het buitenland de Scalibor tekenband om doen.

Met oog op bovenstaande ziektes, is het van belang dat u de teek zo snel mogelijk verwijdert, in ieder geval binnen 24 uur. Wij adviseren hier een tekentang voor te gebruiken en absoluut GEEN alcohol op uw dier te sprayen.

Zandvliegen

De zandvliegjes komen vooral in het mediterraanse gebied voor in heuvelachtige, zandrijke streken. U kunt met name denken aan het strand. Deze vliegjes zijn het meest actief tijdens zonsopgang en -ondergang. De zandvliegen kunnen voor problemen zorgen. Zo kunnen ze de eencellige parasiet Leishmania overbrengen. De parasiet is verantwoordelijk voor de aandoening Leishmaniose. De dieren kunnen elkaar onderling niet besmetten. De Leismania gaat in de rode bloedcellen zitten en maakt deze kapot. De dieren kunnen drager zijn van Leishmaniose, ze vertonen dan dus geen symptomen.

Incubatieperiode

1 maand tot 7 jaar.

Symptomen

  • Sloomheid
  • Koorts
  • Gewichtsverlies
  • Pijnlijke gewrichten (bewegingsproblemen)
  • Bloedarmoede (bleke slijmvliezen)
  • Gezwollen lymfeklieren
  • Chronische huidproblemen
  • Chronische oogontstekingen
  • Neusbloedingen
  • Lever/nierfalen
  • Extreme nagelgroei

Diagnose

Kan gesteld worden via een bloeduitstrijkje. Als de parasiet zich in het lichaam ‘inkapselt’ is het op dat moment niet aan te tonen met een bloedonderzoek. Maanden tot jaren later kan de hond dan symptomen vertonen. Vanaf dan is het wel aan te tonen. Bij een negatieve uitslag is het dan ook aan te raden, op een later tijdstip nogmaals te testen.

Behandeling

Genezing is niet mogelijk, wel kan er medicatie gegeven worden om de Leishmania onder controle te houden.

De hond blijft dan wel drager.

Preventie

Scalibor tekenband om doen en de hond ’s avonds en ’s nachts zoveel mogelijk binnen houden. Eventueel dubbel muskietengaas gebruiken.

Mijten

Mijten zijn spinachtigen. Bij de hond kunnen de volgende soorten voorkomen.

Soorten mijten

Oormijt

De naam zegt het al, oormijten zitten in de oren van de hond. Oormijten zorgen voor erge jeuk in de oren. Je ziet het dier dan ook aan de oren krabben of met de oren klapperen. Oormijten kunnen erg besmettelijk zijn. Door middel van lichamelijk contact tussen de dieren worden mijten overgedragen. Een goede behandeling tegen oormijt is dus echt noodzakelijk. Het is aan te bevelen alle contactdieren mee te behandelen.

Schurftmijt (sarcoptes)

De schurftmijt zorgt voor huidaandoeningen. Het komt voor bij de hond, maar is ook besmettelijk voor mensen (=zoönose)! De mijten graven gangen in de huid en dit kan zeer heftige jeuk veroorzaken. Vaak begint het op de buik, maar het kan zich over het hele lichaam verspreiden. Van rode bultjes kan het, door het krabben, ontaarden in grote korsten en kale plekken.

Demodex

Demodex komt met name voor bij jonge, oude of verzwakte honden. De Demodexmijt leeft in de huid van de hond. Indien er sprake is van verminderde weerstand bij uw dier, kan de Demodexmijt voor problemen gaan zorgen. Dit begint vaak met kale plekjes op de kop, hals en de poten. Meestal gaan de symptomen gepaard met milde jeuk, dit hoeft echter niet. In een later stadium kunnen er op deze plekjes korstjes en/of huidontstekingen ontstaan.

Vachtmijt (Cheyletiella)

Deze mijtsoort leeft in de vacht of op de haren van de hond, niet in de huid. Vachtmijten kunnen voor schilfers in de vacht zorgen. Ook kan de vacht er ‘stoffig’ uit zien. Dit kan gepaard gaan met haarverlies en jeuk. De vachtmijten zijn gastheerspecifiek, maar kunnen andere diersoorten ook last bezorgen, ook ons mensen.

Heeft u het vermoeden dat uw hond(en) één of meer parasieten bij zich draagt, neem dan vrijblijvend contact met ons op. Wij streven naar een advies op maat en kunnen u dan ook adviseren een antiparasitair middel op te komen halen of een afspraak bij de dierenarts te maken.

Vaccinaties

Vaccinaties

Vaccineren is een belangrijke en effectieve manier om bepaalde ziekten te voorkomen. Zo’n vaccin bestaat uit dode of verzwakte ziektekiemen die het afweersysteem van uw dier voorbereiden op een mogelijke infectie. Het lichaam kan hierdoor direct in actie komen indien het geïnfecteerd wordt door zo’n ziekteverwekker. De meeste vaccins zijn ontwikkeld om ernstige of dodelijk verlopende ziekten te voorkomen. Veel van deze ziekten verspreiden zich ook nog eens makkelijk tussen dieren, maar kunnen ook besmettelijk en gevaarlijk zijn voor mensen (ook wel zoönose genoemd). Omdat een vaccin een bepaalde tijd werkzaam is (sommige beschermen gedurende één jaar, andere drie jaar en weer andere drie maanden), moet er regelmatig opnieuw gevaccineerd worden.  Doordat er in Nederland in het verleden veel tegen de verschillende ziekten is gevaccineerd, zijn de dodelijk gevallen in ons land flink teruggedrongen. Helaas komen met de import van dieren uit het buitenland, die als jong dier niet gevaccineerd zijn, deze ziektes weer voor in Nederland. U kunt hier denken aan bijvoorbeeld Parvo.

Waartegen vaccineren we eigenlijk?

Onze dierenartsen hanteren voor de vaccinatie van uw hond onderstaand schema. Afhankelijk van de vaccinatiegeschiedenis/situatie van uw hond kan onze dierenarts besluiten om een ander schema te hanteren.

Leeftijd Parvo Hondenziekte Ziekte van Weil Leverziekte Bordetella bronchiseptica en paraïnfluenza
Zes weken X X      
Negen weken X   X   X*
Twaalf weken X X X X X*
Eén jaar X X X X X*
Twee jaar     X   X*
Drie jaar     X   X*

Hierna volgt bovenstaand schema vanaf 1 jaar. Dus op de leeftijd van vier jaar weer de “grote cocktail vaccinatie” en de twee jaren daarop volgend een “kleine vaccinatie”.  De vaccinatie tegen Bordetella is een keuze afgestemd op uw hond waarbij de dierenarts u graag wil adviseren.

Parvo

Het parvovirus tast de darmen ernstig aan waardoor waterdunne en bloederige diarree ontstaat. Hierdoor wordt de opname van water en voedingsstoffen aanzienlijk minder. Het virus is erg besmettelijk en wordt verspreid via de ontlasting. Ook braken en koorts kunnen symptomen zijn. Vooral pups worden met het parvovirus besmet maar ook oudere, niet-gevaccineerde honden kunnen geïnfecteerd raken. Vaak heeft dit virus een dodelijke afloop.

Hondenziekte

Hondenziekte wordt veroorzaakt door het Canine Distemper Virus en wordt ook wel ziekte van Carré genoemd. Het is een besmettelijk virus, dat zich verspreidt via onder andere ontlasting en urine, maar ook via afscheiding uit de ogen en neus. Het virus tast de luchtwegen, het spijsverteringskanaal en uiteindelijk het zenuwstelsel van de hond aan. Er is geen behandeling tegen hondenziekte, ondanks ondersteunende maatregelen blijft de prognose zeer slecht.

Ziekte van Weil

Is ook bekend als Leptospirose. Het verloop van de ziekte gaat erg snel en het tast de nieren en de lever aan waarna de hond in veel gevallen zal overlijden. De ziekte van Weil wordt veroorzaakt door een bacterie, welke door rattenurine wordt uitgescheiden. Maar ook een besmette hond, die een succesvolle behandeling tegen de bacterie heeft gehad, kan de bacterie nog maandenlang uitscheiden en zo een risico vormen voor andere dieren én voor mensen. De Ziekte van Weil is namelijk een zoönose, welke ook bij de mens de nieren en lever aantast. Sinds 2014 is er een nieuw vaccin beschikbaar. Voorheen bestond de ziekte van Weil-enting uit twee stammen leptospiren. Inmiddels is gebleken dat twee andere leptospirose-stammen een veel belangrijkere oorzaak van infectie en ziekte zijn gaan vormen dan de 2 eerste stammen waartegen we al jaren enten. Nu is dus de nieuwe Lepto 4-vaccinatie van Nobivac® op de markt en krijgen honden voor het eerst te maken met deze twee nieuwe stammen. Vandaar dat de enting, als deze voor de eerste keer toegediend wordt, na vier weken herhaald (geboosterd) moet worden om voldoende antistoffen te kunnen vormen en dus bescherming te bieden.

Leverziekte

Besmettelijke leverziekte (Hepatitis Contagiosa Canis) wordt veroorzaakt door een virus dat zich voornamelijk verspreidt door urine. Maar leverziekte kan ook overgedragen worden door ontlasting en speeksel van geïnfecteerde dieren. Afhankelijk van de leeftijd en de staat van het immuunsysteem kan er een ernstig of minder ernstig verloop van de ziekte zijn. Zeer jonge pups (jonger dan drie weken) kunnen plotseling overlijden, vanwege de ernstige leverschade die het virus aanricht. Wat oudere pups krijgen last van buikpijn, braken en diarree. Overige symptomen kunnen zijn: gele slijmvliezen en melkglasoog.

Kennelhoest (Bordetella)

Kennelhoest wordt veroorzaakt door bacteriën (Bordetella) en virussen (Para-influenza).  Ze veroorzaken een kenmerkende droge hoest maar ook symptomen als kokhalzen en slijmbraken komen voor. De ziekte is uiterst besmettelijk voor andere honden. Bij een verhoogd risico is het verstandig om tegen kennelhoest te vaccineren. Bijvoorbeeld bij een verblijf in het pension, maar ook als uw hond op plekken komt waar veel andere honden bij elkaar komen, zoals een honden-uitlaatveld en/of hondenschool. Dit vaccin beschermt uw hond een jaar tegen kennelhoest en wordt middels een neusdruppel toegediend omdat contact met slijmvlies noodzakelijk is.

Deze vaccinatie geeft geen 100% bescherming tegen kennelhoest maar het zorgt er wel voor dat indien de hond besmet raakt, de klachten milder zijn.

Rabiës

Ook wel hondsdolheid genoemd. Een vaccinatie tegen rabiës is verplicht als u met uw hond naar het buitenland gaat en is drie jaar geldig. Het wordt veroorzaakt door een virus en kan alle warmbloedige dieren besmetten, dus niet alleen honden maar ook mensen. Rabiës wordt overgedragen door een beet van een besmet dier en dringt via de zenuwbanen de hersenen binnen waar het een ontsteking veroorzaakt. Hierdoor kan het besmette dier gaan bijten en ‘gek’ worden. In het begin kan onverklaarbaar gedrag het eerste en enige symptoom zijn. In een later stadium komen symptomen voor als schorheid van de stem, angstgedrag, agressie en verlamming van het achterlijf of de kaken. De tijd tussen besmetting en het ontstaan van ziekteverschijnselen kan soms weken tot maanden duren, afhankelijk van de locatie van de beet. Tegen hondsdolheid is geen behandeling mogelijk.

VacciCheck titerbepaling

Vaccineren op maat

VacciCheck titerbepaling

Op onze praktijk bieden we vaccinaties ‘op maat’ aan. Dat wil zeggen dat we het liefst zo min mogelijk vaccinaties zetten en het op een zo gunstig mogelijk moment doen. Onnodig vaccineren, kan op deze manier voorkomen worden.

Volgens het gangbare vaccinatieschema geven we de grote cocktail (hondenziekte, hepatitis en parvovirus) bij volwassen honden eens in de drie jaar. Goed onderbouwd wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de vaccins soms wel 10 jaar lang bescherming kunnen geven! Er echter ‘zomaar’ vanuit gaan dat de enting uw hond jarenlange bescherming geeft, kan helaas niet. De werkingsduur kan namelijk per hond verschillen en wij vinden het belangrijk dat uw hond wel goed beschermd is voor deze ziekten.

Vanaf nu is het bij onze kliniek mogelijk om te bepalen of het wel nodig is uw dier opnieuw te laten vaccineren. Dit gebeurt door middel van een bloedtest. We hebben een kleine hoeveelheid bloed van uw hond nodig om de antilichamenspiegel in het bloed te bepalen. Wij gebruiken hiervoor de VacciCheck titerbepaling en voeren deze test op onze praktijk uit.

Let op: De VacciCheck geldt alleen voor de hondenziekte, hepatitis en het parvovirus. Voor de ziekte van Weil heeft dit geen meerwaarde omdat de antilichamen niet lang genoeg in het bloed blijven. Uw hond is na ruim een jaar niet meer voldoende beschermd voor deze bacterie. Als u wilt dat uw hond ook voor de ziekte van Weil beschermd is, zullen we deze vaccinatie jaarlijks moeten herhalen. Voor de besmettelijke hondenhoest (kennelhoest) is er geen direct verband tussen de hoeveelheid antilichamen en de daadwerkelijke bescherming. Hiervoor is het dus ook niet mogelijk om een bloedtest te laten doen.

Wel kunnen we bij nog niet (volledig) gevaccineerde pups het ideale moment voor de vaccinatie bepalen. We meten hiervoor de maternale immuniteit, de antistoffen die uw pup van zijn of haar moeder mee krijgt. Pas als deze niet meer aanwezig zijn, kunnen de vaccinaties langdurige bescherming geven. Is er nog wel maternale immuniteit dan maakt de pup zelf geen antistoffen aan in reactie op zijn vaccinatie en heeft vaccineren dus geen nut.

Sinds 3 februari 2016 mag de titerbepaling ingezet worden van de NVWA om aan de vaccinatieplicht te voldoen in pensions en asielen. Een positieve titerbepaling in het paspoort van uw huisdier wordt dus ook geaccepteerd!

Voor meer informatie over de VacciCheck mag u altijd contact opnemen met onze kliniek. Op de website van VacciCheck kunt u duidelijke informatie vinden over deze titerbepaling. Ook staat er goed beschreven wat de mogelijkheden zijn voor pups.

Aanschaf

Aanschaf

Een nieuwe hond

De beslissing is genomen, er mag een hondje komen!
Meestal gaat zo’n beslissing niet over één nacht ijs.

Toch zien wij regelmatig dat de daadwerkelijke aankoop van een pup veel te snel gaat. De hond wordt groter dan gedacht, het karakter past toch niet zo in het gezin. De hond heeft gezondheidsproblemen etc.

Keuze van het ras

Puppies worden steeds vaker uit het buitenland geïmporteerd. Vooral de kleinere rassen zijn erg populair. Meestal worden deze puppies op jonge leeftijd bij hun moeder weggehaald en in akelige omstandigheden verzorgd en vervoerd.

Wij zien regelmatig puppies bij ons in de praktijk met ernstige tot levensbedreigende aandoeningen. Maar niet alleen puppies uit het buitenland geven problemen. Ook in Nederland worden veel hondjes alleen voor het geld gefokt.

Om te voorkomen dat u een verkeerde aankoop doet, kunt u onderstaand stappenplan volgen in de zoektocht naar een gezonde, goed gesocialiseerde pup.

Bedenk eerst welke hond het beste in uw gezin past. Denk hierbij aan:

  • Karakter van de hond
  • Behoefte aan beweging en mentale activiteit
  • Rashond of kruising
  • Pup of volwassen hond (denk aan het asiel)
  • De leeftijd van eventuele kinderen
  • Vachtverzorging
  • Haren en vuil in huis

Via internet en boeken is genoeg informatie te vinden over raskenmerken van de hond. Houd u er wel rekening mee dat deze informatie vaak alleen algemene raskenmerken bevat. Maar ook het karakter van u als eigenaar heeft invloed op het gedrag van de hond waardoor iedere hond een uniek karakter krijgt dat enigszins kan afwijken van de rasstandaard.

Daarnaast is het boek Karakter Honden-Karakter Bazen, geschreven door Sacha Gaus en Nicky Gootjes, een echte aanrader. In dit boek worden de raskenmerken van een aantal populaire rassen beschreven door eigenaren. Dus geen algemene raskenmerken maar raskenmerken ervaren door eigenaren!

Bij kruisingen kunt u er vaak van uitgaan dat het karakter van de hond het meest overeenkomt met het ras waar de hond qua uiterlijk het meest op lijkt.

Keuze fokker

Wanneer u hebt besloten welk ras het beste in uw gezin past, is het belangrijk een betrouwbare fokker te zoeken. Of u nu kiest voor een officiële fokker of een pleziernestje, let u in beide gevallen op het volgende:

  • Moederdier is aanwezig!
  • Pups worden, bij voorkeur samen met de moeder, in huis gehouden. (Zeker wanneer u kinderen hebt! Zo is uw pup van jongs af aan gewend aan kinderen)
  • De pups zijn met 6 weken geënt en nagekeken door een dierenarts en hebben een ingevuld (Europees)paspoort. (Aan de stempel van de dierenarts kunt u zien om welke dierenartsenpraktijk het gaat)
  • De pups zien er gezond uit en zijn op gewicht
  • De pups zijn regelmatig ontwormd (met 2, 4, 6 en 8 weken)
  • De pup is minimaal 7 weken oud wanneer u hem/haar ophaalt
  • Een goede fokker stelt kritische vragen aan u als de toekomstige eigenaar
  • Bij een officiële fokker kunt u contact opnemen met de rasvereniging om informatie over de fokker op te vragen

Een gouden tip!

Laat uw portemonnee thuis wanneer u voor het eerst gaat kijken!

Zo voorkomt u een impulsaankoop. Broodfokkers zijn zich er goed van bewust dat wanneer u komt kijken bij een puppy, u gelijk verkocht bent. Zelfs wanneer uw gevoel u zegt dat iets niet in orde is. Hoe zielig het ook is om een pupje achter te laten bij een broodfokker, deze manier van fokken blijft alleen bestaan wanneer de pups ook daadwerkelijk worden gekocht! U bespaart uzelf veel geld, zorgen en verdriet wanneer uw pup een zwakke, slecht gesocialiseerde hond blijkt te zijn.

Hoe herkent u een broodfokker:

  • De advertentie: echte fokkers hoeven geen gebruik te maken van handelsplaatsen zoals Marktplaats en Speurders. De pups zijn vaak al voor de geboorte besproken
  • De prijs: de pups zijn vaak goedkoper dan bij een officiële fokker omdat broodfokkers minder geld uitgeven aan de huisvesting en verzorging van hun pups en ouderdieren. Daarbij moeten de pups snel weg om plaats te maken voor het volgende nest. (Wanneer uw pup een zwakke pup blijkt te zijn, maken de kosten van de dierenarts het verschil tussen goedkope pup en stamboompup gauw ongedaan!)
  • Wel of geen stamboom: sommige fokkers laten u kiezen of u de pup met of zonder stamboom wilt. Uiteraard betaalt u meer wanneer u voor een stamboom kiest. Dit is wat ons betreft een vreemde keuze: wanneer beide ouderdieren een stamboom hebben (en dus voldoen aan de gestelde eisen voor dat ras) wil een gemotiveerde fokker alleen pups met stamboom verkopen
  • Meer nesten: er is vaak keuze uit pups van verschillende leeftijden en vaak zelfs verschillende rassen. Een broodfokker heeft vaak diverse teefjes en reutjes die bij iedere mogelijkheid worden ingezet om voor nageslacht te zorgen
  • Moederdier is niet aanwezig: de fokker wil de rest van het nest niet laten zien. Wanneer de moederhond niet aanwezig is, ga dan niet tot aankoop over. De mogelijkheid bestaat dat deze pups uit het buitenland komen
  • Locatie: de pups worden gehouden in geïmproviseerde ruimtes of een schuur, soms met meer nesten te gelijk. De omstandigheden zijn vaak niet al te hygiënisch
  • Geen garanties: een broodfokker geeft geen garantie op de gezondheid van de pups. Mogelijk geeft hij wel een vaccinatieboekje met gezondheidsverklaring van de dierenarts mee. Een gezondheidsverklaring is echter een momentopname, let dus op de datum van de verklaring
  • Raskenmerken: een broodfokker kan u niet veel vertellen over geschiedenis, raskenmerken, rasverenigingen en rasstandaard van zijn pups. Hij fokt immers alleen voor het geld. Een fokker die begaan is met zijn pups zal u enthousiast over zijn ras kunnen vertellen
  • Geschiktheid: Een broodfokker verkoopt zijn pups aan wie maar wil. Ook als de geïnteresseerden niet geschikt lijken te zijn voor het ras

Het Landelijke InformatieCentrum Gezelschapdieren (LICG) heeft een fantastische checklist ontwikkeld, waarmee u 'foute' fokkers kunt ontdekken.

Extra informatie om u te helpen bij uw keuze:

Aanschaf rashond:

Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland

Aanschaf asielhond:

Stichting Dierenasiels & Internet

Wij wensen u veel succes bij uw verdere zoektocht naar een trouwe viervoeter. Indien u nog vragen heeft, mag u altijd bellen naar onze praktijk!

Vuurwerkangst

Vuurwerkangst

Angst voor vuurwerk: doe er op tijd iets aan!

Veel honden zijn bang voor vuurwerk. De jaarwisseling is voor hen dan ook geen pretje. Er zijn verschillende manieren om hiermee om te gaan. Medicatie rond oudejaarsavond is een mogelijkheid, maar lang niet altijd de beste keuze.
Uiteindelijk is uw hond het gelukkigst als het u lukt hem zijn angst af te leren. Dit kan met behulp van training. Angst weg trainen is niet eenvoudig en kost tijd. Daarom is het belangrijk om op tijd te beginnen en de training zorgvuldig op te bouwen.

Waarom zijn honden bang voor vuurwerk?

De angst voor harde geluiden is een natuurlijke angst die direct te maken heeft met overlevingsdrang. Vrijwel elk dier zal reageren bij het horen van een hard geluid. Het ene dier is hier gevoeliger voor dan het andere. Door vervelende ervaringen of door herhaaldelijk schrikken, kunnen dieren een echte fobie voor harde geluiden ontwikkelen. De angst en paniek die ze hierbij ervaren, is vaak groot en zeker geen aanstellerij!

Training is de moeite waard!

Het lijkt misschien overdreven om voor vuurwerkangst een hele training te doorlopen. Het probleem is immers maar tijdelijk aanwezig. Het gevaar met een dergelijke angst voor harde geluiden is echter dat de hond zijn angst kan gaan generaliseren. Daarmee bedoelen we dat de hond eerst alleen bang is voor de echte harde vuurwerk knallen, maar later ook voor steeds zachtere geluiden. Sommige dieren reageren uiteindelijk met paniek op alles wat maar een klein beetje geluid geeft. Andere dieren associëren de vuurwerkgeluiden met buiten en durven de deur niet meer uit, ook nadat het vuurwerk al lang verdwenen is. Dit gaat niet vanzelf over, maar wordt alleen maar erger.

Voor u kunt beginnen met trainen is het ontzettend belangrijk dat u uw hond goed kent. U moet uw dier kunnen lezen, weten hoe stresssignalen eruit zien en hoe lichaamstaal werkt. U heeft ook basiskennis nodig over hoe uw dier leert. Als u niet goed kunt beoordelen of uw dier angstig begint te worden of wanneer u niet weet wat voor effect een bepaalde ervaring op zijn leerproces zal hebben, kunt u de training niet in goede banen leiden. Zorg dus dat u goed geïnformeerd aan een training begint: goede boeken, een hondenschool, de gedragstherapeut, de dierenartsassistente en vooral heel veel naar uw hond kijken, kunnen hierbij helpen.

Daarnaast is het van belang dat u op tijd begint met de training. Vuurwerktraining bestaat meestal uit een combinatie van vuurwerkgeluiden en iets leuks of iets lekkers. Daarbij wordt bijvoorbeeld een cd gebruikt met vuurwerkgeluiden. Deze wordt in het begin heel zacht afgespeeld, zodat het dier er niet van schrikt, terwijl u met het dier speelt of iets heel lekkers aanbiedt. Naarmate de training vordert, wordt het geluidsniveau opgevoerd. Let daarbij op dat u altijd onder het niveau blijft waarbij uw hond angst gaat vertonen! Het duurt een aantal weken tot een aantal maanden voor het dier zover is dat hij ook van volle geluidssterkte niet meer opkijkt. Begin dus ruim op tijd met trainen, september of oktober is een goede tijd om te starten.

Medicatie en/of feromonen

Het is aan te raden om, voor u begint met trainen, het dier eerst te laten nakijken door uw dierenarts. Het is mogelijk dat lichamelijke problemen, bijvoorbeeld met de oren, het dier gevoeliger maken voor geluid. Bij ernstige angst kan in overleg met de dierenarts besloten worden om naast de training, medicatie of feromonentherapie (Adaptil®) in te zetten. Verdampers of halsbanden met feromonen erin, kunnen een goede ondersteuning zijn van de therapie, maar hebben een aantal weken nodig om optimaal te werken. Wacht hier dus niet te lang mee.  Feromonen zijn diersoort specifieke geurstoffen die de hond van nature rustiger maken. Deze geurstoffen zijn ongevaarlijk en worden door mensen niet geroken. Ook hebben ze geen effect op mensen of andere diersoorten. Indien de angst van uw hond zo heftig is, dat medicatie nodig is om het dier door de jaarwisseling heen te helpen, zullen onze dierenartsen kijken wat de beste optie voor uw hond is.

Pup: voorkomen is beter dan genezen!

Heeft uw pup nog geen ervaring met vuurwerk, dan is het van belang om hem/haar eraan te wennen zodat hij/zij het geluid normaal gaat vinden. Zo kunt u angst voorkomen. Ook in dit geval moet u op tijd beginnen, zodat uw dier helemaal aan harde geluiden gewend is voor het echte vuurwerk begint. Bovendien is het voor een pup makkelijker om aan nieuwe dingen te wennen dan voor een ouder dier. DiDit kunt u trainen met een geluiden cd, onder andere verkrijgbaar bij Catcetera.nl. U kunt er ook voor kiezen om dit te trainen in groepsverband bij een hondenschool. De trainers kunnen dan gelijk goed in de gaten houden wanneer uw pup angstig wordt.

Nooit straffen voor angst!

Welke trainingsmethode u ook gebruikt: straf het dier nooit voor een angstige reactie! Daarmee maakt u de situatie voor de hond alleen nog maar enger en zal hij nog banger worden. Misschien durft hij het niet meer duidelijk te uiten omdat hij bang is voor nog meer straf, maar van binnen voelt hij de angst nog net zo erg! Als het dier angst vertoont tijdens het trainen dan is dit een teken dat u de training te moeilijk hebt gemaakt. Ga dan een aantal niveaus terug en bouw de training opnieuw op, dit keer met kleinere stapjes. Als uw hond steun bij u zoekt, geef dit dan op een rustige manier, bijvoorbeeld door aan te raken of zacht toe te spreken. Vroeger zei men dat het beter was een angstig dier te negeren. Dit is echter achterhaald advies, er zijn voor uw dier is vele malen beter.

Gedrag van de eigenaar

Bedenk dat uw hond in een onbekende situatie kan kijken hoe ú op bepaalde dingen reageert. Schrik dus zelf ook niet van vreemde geluiden en probeer dingen waar uw dier angstig voor is, of kan zijn, volstrekt te negeren. Op die manier geeft u aan, dat het niets is om je druk over te maken. Schrikt uw hond toch, steun hem dan als hij dat wil. Laat uw hond vooral niet schrikken van uw gedrag om 12 uur middernacht. Het is toch schrikken voor een hond, als plotseling alle mensen elkaar om de nek vliegen en buiten tegelijkertijd het vuurwerk begint. Probeer op dat tijdstip zelf dus rustig te blijven.

Bij dieren die al bang zijn, werken bovenstaande tips niet altijd meer optimaal. Soms moet er dan ook uitgeweken worden naar medicatie of een rustige vuurwerkvrije verblijfplaats voor uw hond, bijvoorbeeld bij familie of kennissen op het platteland of in een pension dat in de bossen gelegen is.

Wat wel en niet te doen tijdens de jaarwisseling

Wat u kunt doen:

  • Zorg dat uw huisdier niet kan ontsnappen;
  • Neem uw hond mee in de (woon)kamer, waar uzelf ook zit, doe de gordijnen dicht en zet de radio of tv aan;
  • Laat uw hond tijdig uit en hou hem aangelijnd. Ga daarvoor desnoods met de auto naar een rustige plek;
  • Of laat uw hond uit samen met een hond die duidelijk niet bang is;
  • Laat uw eigen angst niet merken, uw hond mag wel steun bij u zoeken, maar reageer hier rustig op.

Wat u vooral niet moet doen:

  • Het dier alleen thuis laten.
  • Het dier straffen voor angst.
  • Het dier laten vluchten bij de prikkel vandaan. Dit is zelfbelonend gedrag en verergert vaak de verdere reacties.
  • Uzelf anders gedragen dan normaal richting de hond.

Wij wensen u veel succes met de training!

Hond en kind

Hondenbeten bij kinderen

Jaarlijks worden er ongeveer 150.000 Nederlanders door een hond gebeten. Vaak gaat het om miscommunicatie tussen hond en mens. Vandaar dan ook dat kinderen meestal het slachtoffer zijn. Zij herkenen de lichaamstaal en signalen van de hond nog niet, met als gevolg dat de hond kan bijten. Over het algemeen bijt een hond niet zomaar. Goede voorlichting over hoe met de hond omgegaan moet worden is dan ook van essentieel belang.

Om een betrouwbare hond te krijgen is het belangrijk hem/haar een goede socialisatie en basisopvoeding te geven. De hond moet weten wat hij/zij aan u als baas heeft en wat zijn plaats is in uw roedel. Door goede socialisatie leert uw hond omgaan met allerlei nieuwe zaken, zoals diverse situaties in het verkeer of verschillende mensen. Een puppy- of hondencursus kan hier een goede basis voor zijn. Jong geleerd is immers oud gedaan. Iedere leeftijdsfase van uw hond kan een andere aanpak vereisen. Dit geldt zeker in combinatie met veranderingen in de leeftijd van uw kind(eren).

Landelijke InformatieCentrum Gezelschapsdieren (LICG)

Naast een goede opvoeding van de hond, is een goede voorlichting aan kinderen zeer belangrijk. Hoe moeten kinderen omgaan met honden? Om hierbij te helpen, promoot het LICG veel informatie op hun website. Zo kunt u een document downloaden over 'de taal van de hond'. Heel leerzaam en leuk om samen met uw kind door te nemen. Daarnaast kunnen kinderen ook een test doen om te kijken of zij de tien gouden regels weten omtrent de omgang met honden. Tevens is er heel veel leuke informatie te vinden voor bijvoorbeeld een spreekbeurt over allerlei diersoorten. Absoluut een website om te onthouden.

Basisregels

Het LICG heeft een aantal regels opgesteld om de omgang tussen honden en kinderen soepel te laten verlopen. Wij zullen die hieronder voor u weergeven. 

Omgangsregels voor de omgang tussen hond en kind:

  • Laat kinderen nooit met honden alleen
  • Laat een kind de hond nooit recht in de ogen kijken
  • Leer kinderen om eerst toestemming te vragen voor ze een hond aaien
  • Laat een kind de hond niet over zijn kop of rug aaien, maar op de borst, aan de zijkant van de hals of onder de kin
  • Leer kinderen om niet te rennen waar de hond bij is
  • Kinderen mogen een hond geen commando’s geven
  • Laat kinderen geen trek- of stoeispelletjes met de hond spelen
  • Voorkom dat een kind de hond plaagt of (al dan niet per ongeluk) pijn doet (bijvoorbeeld aan de haren, oren of staart trekt)
  • Sta de hond niet toe tegen kinderen op te springen
  • Leer een hond om niet achter kinderen aan te rennen

Extra omgangsregels voor hond en kind in één gezin:

  • De etensbak, waterbak, speeltjes en mand of bench zijn alleen van de hond. Uw kind mag hier niet aankomen en mag niet in de mand of bench van de hond gaan zitten
  • Stoor nooit een etende of slapende hond
  • Laat de hond niet op de bank
  • Leer de hond dat hij niet mag bedelen als uw kind iets te eten heeft
  • Zorg ervoor dat uw kind bij het knuffelen niet op of onder de hond gaat liggen
  • Laat uw kind niet liggend op de grond spelen als de hond erbij is
  • Straf uw kind niet waar de hond bij is en andersom
  • Uw kind mag de hond niet uitlaten (maar natuurlijk wel meelopen met een volwassene die de hond uitlaat)
  • Pas op als uw kind wil stoeien met vriendjes. De hond kan denken dat uw kind, zijn roedelgenoot, bedreigd wordt en hem/haar willen verdedigen
  • Leer uw kind om u als ouder erbij te roepen als de hond iets doet wat hij/zij niet leuk vindt

Tot welke leeftijd van uw kind bovenstaande regels van toepassing zijn, is moeilijk te beantwoorden. Het is van belang dat uw kind goed leiding kan geven aan de hond en ook consequent is in wat wel en niet mag. Indien uw kind ook fysiek sterk genoeg is om leiding te geven, kunt u hen alleen laten zonder constante toezicht van een volwassene. U zult hier wel voorzichtig mee om moeten gaan en dit stap voor stap op moeten bouwen.

Gedragstherapie

Indien uw hond gedrag vertoont wat onveilig wordt voor u en/of uw kinderen is het verstandig een hondengedragstherapeut in te schakelen. Deze kan u met tips en opdrachten helpen de situatie te verbeteren. U doet er verstandig aan hier niet te lang mee te wachten. In de loop van de tijd kan het probleemgedrag namelijk verergeren en wordt het dus ook moeilijker om het weer terug te brengen naar ‘normaal’ gedrag. Voor de hond is probleemgedrag vaak ‘normaal’ hondengedrag alleen is het voor ons ongewenst of gevaarlijk. Laat u hier dus tijdig in adviseren en maak de situatie voor alle partijen weer prettig. Indien u op zoek bent naar een goede hondengedragstherapeut kunt u kijken op www.gedragsadviesbureau.nl.

Afscheid

Afscheid nemen doet al zeer genoeg

Het liefst willen we allemaal dat onze huisdieren net zo oud worden als wij zelf. En als dieren ziek worden en het op een gegeven moment niet meer gaat willen we eigenlijk dat ze uit zichzelf de laatste adem uitblazen. Of in ieder geval, dat we niet zelf de beslissing hoeven te nemen om ze te laten inslapen. Helaas gebeurt het toch vaak dat we die beslissing wél moeten nemen.

Euthanasie

Het moment voor een euthanasie is voor iedere eigenaar verschillend. Belangrijk is dat u rekening houdt met het welzijn van uw hond en uw eigen mogelijkheden. Neem geen overhaaste beslissing maar wacht ook niet te lang. Mocht u het met uw kinderen willen bespreken dan vindt u op de website van de LICG meer informatie en praktische tips.

Wanneer u, samen met de dierenarts, heeft besloten tot euthanasie, zal de dierenarts uw hond op een diervriendelijke manier laten inslapen. Wij willen u graag alle tijd geven om afscheid te nemen van uw huisdier waardoor het soms niet mogelijk is op dezelfde dag nog een afspraak te maken. Indien uw dier ondraaglijk lijdt, zullen wij uiteraard onze uiterste best doen om u zo snel mogelijk te ontvangen. Onze dierenartsen besteden veel tijd en aandacht aan een euthanasie, wij hebben alle begrip voor uw verdriet en zullen daarom niets overhaasten.

Uw hond krijgt eerst een narcose-injectie waardoor hij/zij in slaap valt. Soms kunnen dieren daar even (pijnlijk) op reageren. Wanneer u daar aan toe bent, geeft de dierenarts de laatste injectie waardoor het hart stopt. De dierenarts zal dit met een stethoscoop controleren. Mocht u er liever niet bij willen zijn wanneer deze injecties worden gegeven, geef dit dan gerust aan. Wij houden rekening met uw wensen en hopen dat u achteraf met een goed gevoel terug kunt kijken op de tijd die u met uw huisdier heeft doorgebracht.

Begraven, cremeren of destructie

Als uw hond net is overleden komt u voor de keuze te staan of u uw dier wilt laten begraven, cremeren of voor destructie wilt aanbieden. Een keuze die niet altijd even makkelijk te nemen is. U doet er goed aan om hier, indien mogelijk, van te voren over na te denken.

U kunt er allereerst voor kiezen om uw hond in uw eigen tuin te begraven. Dit is in veel gemeenten echter niet toegestaan en bij twijfel kunt u contact opnemen met de gemeente waar u woont. Wanneer u er voor kiest om uw huisdier te begraven, kan dat ook op een officiële dierenbegraafplaats.

Naast begraven kunt u uw huisdier ook laten cremeren. Bij huisdiercrematorium Majesta kunt u kiezen uit individueel cremeren of collectief. Bij individueel cremeren wordt de as van uw dier in eerste instantie bewaard in een sierblik. Wilt u de as zelf bewaren dan kunt kiezen uit verschillende urnen. Ook kunt u de as laten uitstrooien. Kijk op de website voor de mogelijkheden. U mag uw hond zelf naar Majesta brengen maar wij kunnen het vervoer ook voor u regelen.

De laatste optie voor uw overleden huisdier is destructie. U brengt uw hond dan na euthanasie naar het gemeentelijk verzamelpunt.

Hopelijk hebben wij antwoord gegeven op de vragen die u wellicht had over deze moeilijke beslissing. Indien u echter nog vragen heeft, mag u altijd contact opnemen met onze praktijk!

Vakantie

Vakantie!

Heerlijk, eindelijk vakantie en de hond mag mee! Maar hoe zit het ook alweer met de wormen en andere parasieten in het buitenland? Waar moet u uw hond of voor en tegen behandelen als hij met u meegaat naar het buitenland?

Eisen

Wanneer u uw hond mee wilt nemen naar het buitenland, moet hij aan bepaalde eisen voldoen. Ten eerste moeten honden, zodra u met ze de grens overgaat, zijn gechipt en gevaccineerd tegen rabiës. Deze vaccinatie moet in de meeste gevallen minimaal 21 dagen van tevoren gegeven zijn. Daarnaast moet u in het bezit zijn van een geldig EU-dierenpaspoort. Er zijn landen die verplicht stellen dat het dier een paar dagen voor invoer door de dierenarts behandeld wordt tegen wormen (en teken). Dit moet ook in het paspoort vermeld worden.

Per 1 januari 2012 zijn de invoerregels wanneer u met uw dier naar het Verenigd Koninkrijk, Zweden of Noorwegen op vakantie gaat, versoepeld. Zo hoeft u geen bloedonderzoek meer te laten doen om de rabiëstiter te laten bepalen. Het dier moet wel gechipt zijn vóór dat de rabiësvaccinatie wordt gegeven.

De invoereisen verschillen per land en veranderen soms jaarlijks. U doet er verstandig aan geruime tijd voor uw vakantie contact met ons op te nemen of te informeren bij de desbetreffende ambassade of het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren. Bij het LICG staan de invoereisen per land vermeld.

Preventie parasieten

Net als de mens kan uw hond verschillende ziektes oplopen in het buitenland. Het is daarom belangrijk om goed voorbereid op vakantie te gaan. In warme gebieden, waaronder Zuid-Europa, kan uw hond hartworm oplopen. Deze wordt overgebracht door vlooien en/of muggen. Daarnaast is er ook de vossenlintworm, een parasiet waar honden in het buitenland makkelijk mee besmet kunnen worden. Het is ook verstandig om uw hond te beschermen tegen zandvliegjes die Leishmania kunnen overbrengen en uiteraard tegen teken die Babesiose, Ehrlichiose en de ziekte van Lyme kunnen overdragen. Wilt u meer weten over de ziektes die al deze parasieten kunnen overbrengen, kijkt u dan even bij het kopje parasieten.

Wanneer u naar het buitenland gaat, raden wij u aan om:

Verblijf tot vier weken in het buitenland:

  • Minimaal twee weken voor vertrek: Scalibor tekenband om doen, deze band is vijf tot zes maanden werkzaam tegen teken en zandvliegjes. De band werkt niet tegen vlooien.
  • Op de dag van thuiskomst: Behandelen met Milbemax (is werkzaam tegen alle wormsoorten, inclusief de vossenlintworm en de hartworm).
  • Maand na thuiskomst: Behandelen met Milbemax.

Verblijf langer dan vier weken in het buitenland:

  • Minimaal twee weken voor vertrek: Scalibor tekenband om doen, deze band is vijf tot zes maanden werkzaam tegen teken en zandvliegjes. De band werkt niet tegen vlooien.
  • Op locatie: Iedere vier weken behandelen met Milbemax (is werkzaam tegen alle wormsoorten, inclusief de vossenlintworm en de hartworm).
  • Op de dag van thuiskomst: Behandelen met Milbemax.
  • Maand na thuiskomst: Behandelen met Milbemax.

Het is tevens aan te bevelen uw dier in het buitenland (net als in Nederland) elke maand te behandelen met een goed ontvlooiingsmiddel. Daarnaast is het zeer verstandig uw hond iedere dag te controleren op teken.
Advies: Verwijder teken binnen 24 uur met een tekenpincet!

Wat nemen we verder mee?

Gaat u met de auto? Zorg dan dat u voldoende water bij u hebt en dat u regelmatig stopt om de dieren aangelijnd even te laten plassen en de pootjes te laten strekken. Ook voor uzelf prettig. Het advies is twee uur rijden, een kwartiertje rust.

Laat geen dier achter in een auto zonder toezicht! Het lijkt een overbodige waarschuwing maar ieder jaar worden er weer honden uit geparkeerde en afgesloten auto’s gehaald. Zelfs als de ramen open zijn of de auto in de schaduw staat, kan de temperatuur gevaarlijk oplopen. Wij raden u dan ook aan uw hond nooit achter te laten in uw auto bij warm of zonnig weer.

Wanneer uw hond last heeft van reisziekte, kunt u bij ons speciale medicijnen krijgen om dit tegen te gaan. Neem hiervoor contact met de praktijk op.

Lijstje om niet te vergeten:

  • EU-paspoort (verplicht)
  • Eventueel stamboompapieren (bijvoorbeeld bij een Staffordshire Bull Terriër)
  • Rabiëspenning
  • Muilkorf (is voor bepaalde rassen in sommige landen verplicht)
  • Tekenpincet
  • Water (er zijn bij de dierenwinkel speciale flessen te koop waar al een drinkbakje aan vast zit)
  • Voer
  • Medicijnen
  • EHBO-trommel
  • Telefoonnummer van de dierenarts
  • Mandje of deken
  • Speeltjes

Wist u trouwens dat er tegenwoordig speciale koeldekens te krijgen zijn waar uw hond op kan liggen? Vooral in warme gebieden een uitkomst. Je dompelt de deken enkele minuten onder in koud water, even drogen en klaar. Dagenlang een koele ligplaats voor uw hond! Van dit materiaal zijn tevens halsbanden op de markt verkrijgbaar.

Prettige vakantie!